Photography

Fotoboek ”Night Tides“

Published by VOETNOOT Publishers / Amsterdam   (2025)

www.voetnoot-publishers.nl/fotografie_9.html

ENG

Surveying the photographic work Jef Paepen has produced since Le Goût de l’éternel (2017), one notices an increasing complexity. His Transiency series (2020-2021) explored allegory. The images were charged with meanings suggested – either subtly or distinctly – by the pose and arrangement of the models: mood, symbol. This was Paepen’s way of charting aspects of our condition humaine. The prints were given an upright, elongated format and a 1:2 ratio, an (unintentional?) echo of the Japanese prints popular in late nineteenth-century Europe, which profoundly influenced Symbolism, Neo-Impressionism and Art Nouveau.

 (Dis)Connection (2023) continued along this line, with tableaux vivants that we, as spectators, get to decipher. The gestures in Paepen’s repertoire are easy to comprehend: a comforting hand, hospitably spread arms, an eagerly grasping claw, the introspection and despair of a bent back, closed eyes, the impatient waiting of lust, the protection offered by a back. Reaching out, nurturing and bearing. Looming from a dark background. Looking away and looking back. The illumination of an aura, suggesting liberation or redemption.

Night Tides (2024) appears to continue this movement, with a similar use of (austere) means: one or more naked female bodies in the studio, a hand gesture, waiting, repentance. Paepen’s recognizable signature, which suggests charcoal drawings, and his nocturnal timbre, form the basso continuo of this chamber opera.

 

But the complexity of what we see increases because the photographer combines multiple shots into his final image, and uses screens behind which or in which the model hides. Occasionally we also see some form of interaction between the characters, clearly staged by the photographer. Occasionally we are surprised by an eye looking back or a smile playfully reciprocated, lending a certain lightness to this kleine nachtmusik. Other images recall the principle of the collage, with planes-within-a-plane and unexpected cut-outs. The result is a densely woven tapestry of images. The conundrum – what do these tableaus mean? Are we talking beauty/impotence/hesitation/surrender? – isn’t diminished, but that’s not a problem. The restrained, slow dance of Night Tides seems to put the world on pause in tight flickering stills. Language – in the works’ titles – reveals something of the mystery, but by no means everything. It’s all about looking.

 

Eric Min,

December 2024

NL

Wie wandelt door het fotowerk dat Jef Paepen sinds Le Goût de l’éternel (2017) heeft gemaakt, stelt een toenemende complexiteit vast. De cyclus Transiency (2020-2021) verkende het domein van de allegorie: de beelden werden opgeladen met betekenissen die – subtiel of met nadruk – door de pose en de regie van het model werden gesuggereerd: stemming, sfeer, symbool. Zo bracht Paepen aspecten van onze condition humaine in kaart. De afdrukken kregen een rechtopstaand, langgerekt formaat en de verhouding 1:2, als (onbedoelde?) echo van de Japanse prenten, die in het Europa van de late negentiende eeuw zo populair waren dat het symbolisme, het neo-impressionisme en de art nouveau er diepgaand door beïnvloed werden.

(Dis)Connection (2023) ging een stap verder op dit pad, met tableaux vivants die wij als toeschouwers mogen ontcijferen. We (her)kennen de gebaren uit dit repertoire moeiteloos: de troostende hand, de gastvrij gespreide armen, de gretig grijpende klauw, de inkeer en vertwijfeling van de gekromde rug, de geloken ogen, het ongeduldige wachten van de lust, de bescherming die een rug biedt. Het reiken en uithalen, het koesteren en dragen. Het opdoemen uit de donkere achtergrond. Het wegkijken en het terugblikken. Het oplichten van een aura, die bevrijding of verlossing suggereert.

Night Tides (2024) lijkt deze beweging voort te zetten, met dezelfde inzet van (sobere) middelen: een of meer naakte vrouwenlichamen in de studio, een handgebaar, het wachten, de inkeer. Paepens herkenbare schriftuur, die aan houtskooltekeningen refereert, en zijn nachtelijke timbre vormen de basso continuo van deze kameropera.

Maar de complexiteit van wat we zien neemt toe, omdat de fotograaf meerdere opnamen combineert tot het finale beeld, en door het gebruik van schermen waarachter/waarin het model schuilt. Af en toe zien we ook een vorm van interactie tussen de personages, die de regieaanwijzingen van de fotograaf opvolgen. Af en toe worden we verrast door een oog dat terugkijkt of door een glimlach die speels wordt beantwoord – het verleent een zekere lichtheid aan deze kleine nachtmuziek. Andere beelden herinneren aan het principe van de collage, met vlakken-in-het-vlak en onverwachte uitsnijdingen. Resultaat is een dicht geweven beeldentapijt. Het raadsel – wat ‘betekenen’ deze taferelen? gaat dit om schoonheid/onmacht/aarzeling/overgave? – wordt er niet kleiner op, maar dat is geen probleem. De ingehouden, trage dans van Night Tides lijkt de wereld een tijdlang op pauze te zetten in nauw flikkerende stills. De taal – in de titels van de werken – geeft iets prijs van het mysterie, maar lang niet alles. Om kijken gaat het.

 

 

Eric Min,

december 2024